Je kent het vast.
Je leest een nieuwsbrief, een blog of een post op LinkedIn.
Het is een tekst van iemand die je meestal interessant vindt en vol vertrouwen begin je te lezen.
En dan gebeurt er iets. Misschien al in de eerste zin, misschien pas halverwege.
Iets waardoor je afhaakt.
Misschien is het iets in de toon (die opeens afstandelijk wordt of megalomaan), misschien zit het in de woordkeuze (die opeens cliché of gemakzuchtig voelt) of misschien iets anders.
Iets dat je niet kunt benoemen maar dat je stoort.
De schrijver is jou als lezer kwijt
Want als lezer geef je je over aan een schrijver. Dat is zo wanneer je een roman leest, maar ook als je een blog of zelfs een e-mail leest.
Er is een soort onuitgesproken afspraak dat de schrijver z’n best voor je doet. En in ruil daarvoor ga jij als lezer in het schrijven mee.
Je leest de woorden en de zinnen en je volgt de schrijver.
Maar dan moet die schrijver wel te volgen zijn.
Hoe je dat als schrijver doet?
Je zorgt dat je heel dichtbij blijft.
Auteur en schrijfdocent George Saunders legt die nabijheid mooi uit in een van mijn favoriete schrijfboeken Een duik in een vijver in de regen.
Een boek bomvol goede schrijflessen en in één van die schrijflessen gebruikt Saunders de metafoor van een motor met zijspan.
Hij stelt daarin dat jij als schrijver de motor bestuurt en dat je lezer ondertussen in het zijspan zit.
In een goed verteld verhaal, legt Saunders uit, zitten lezer en schrijver zo dicht bij elkaar dat ze een eenheid vormen. Het is de taak van jou als schrijver om de afstand tussen motor en zijspan klein te houden.
Als je dat goed doet, gaat de lezer in het zijspan mee naar rechts als jij als schrijver naar rechts stuurt. En mee naar links, als jij al schrijvend naar links gaat.
Saunders zegt: “Maar als de ruimte te groot wordt, kun je het niet horen als ik de bocht omga en verbreek je de relatie met mij: je gaat je vervelen of ergeren, je houdt op met lezen.”
Zo doe je dat dus,
je probeert tijdens het schrijven je lezer dicht bij je te houden.
Dat kan op allerlei manieren. Door aandacht voor ritme of een heldere structuur met witregels. Door je lezer te laten merken dat je haar gedachten snapt, door originele metaforen te gebruiken, door een fijne alliteratie in te zetten of iets anders.
Maar het belangrijkste is die houding van nabijheid. Stel je tijdens het schrijven je lezer voor in dat zijspan en houd haar dicht bij je. Woord voor woord. Als een vriend die je niet kwijt wilt raken.
Schrijf met aandacht, blijf er zélf bij en verlies je lezer niet onderweg.
(Ik hoop dat je er nog bent)
Hihi heerlijke afsluiter, ja ik ben er nog! Dank, mooie reminder. Zorgvuldig omgaan, met de tijd en aandacht van je lezer, en jezelf. Ik doe mijn best! 🙂
Fijn dat je tot het einde bleef Barbara ;~)
Ja hoor – ik ben er ook nog! Super hoe je mijn nieuwsgierigheid steeds opnieuw weet te prikkelen en mijn aandacht weet te ‘vangen’.
Heel knap!
Hartegroet van Irmgard
Blij dat je er nog bent Irmgard. En ik ben ook je hele reactie gebleven hoor, dus jij kunt het ook :~)
Dankjewel!