In het dorp waar ik als kind opgroeide werd je voor snakkerd uitgemaakt als je vol trots vertelde over een nieuwe fiets of over die brede sloot waar je eindelijk overheen kon springen. 

Snakkerd is Gronings voor opschepper en ik had al snel door dat het een van de ergere scheldwoorden was. Eentje die je absoluut moest vermijden. 

 En of je nou in Groningen bent opgegroeid of in Brabant of de Randstad; we wonen allemaal in een land met uitdrukkingen als:

“Tsss, blaas maar niet zo hoog van de toren.”  
“Poeh, die mag wel eens een toontje lager zingen.” 
“Nounou, wie denk jij wel niet dat je bent?” 

En deels is dat logisch, want opscheppers, blaaskaken en snakkerds zijn vaak ook niet het leukste gezelschap. 

Maar toch, je hoeft je ook niet te verbergen achter valse bescheidenheid. 

Het ís namelijk gewoon tof als je een fiets hebt gekregen voor je verjaardag. En het is minstens zo tof dat je over die brede sloot kunt springen. Dat mag je best vertellen. 

Marketing lijkt soms ook net opscheppen

Of in elk geval: zo voelt het voor veel ondernemers. 

“O, dan moet ik schrijven dat ik mega goed ben in m’n werk. En dat mijn klanten zó blij met me zijn. Of dat ik een hele moeilijke opleiding heb gedaan.”

Dat klinkt voor die ondernemers (en misschien ben jij er ook zo eentje) als opscheppen en daardoor raken ze verkrampt in hun marketing. Zo verkrampt dat ze van schrik teksten schrijven die helemaal niet bij ze passen. 

Van de weeromstuit gaan ze steno schrijven: “Kreeg vorige week leuke mail van klant”.

Of ze gaan inderdaad opschepperig schrijven (“Want dat hoort toch zo – nou hier ben ik dan mensen, let allemaal maar even goed op!”).

Of ze schrijven in een toon die helemaal niet bij hen past (“Maar ja, hodiejo, die sound gebruikt toch everybody hier, hahaha!!”). 

Dat mag allemaal, maar gelukkig kan het ook anders. 

Want marketing is helemaal niet per definitie hetzelfde als opscheppen. En je hoeft dus niet bang te zijn dat je een snakkerd bent als je iets over je werk vertelt. 

Twee kleine tips om anders naar je marketing kijken. Opschepvrij en krampvrij:

Tip 1: Houd het klein

Stel je niet voor dat je een social media-post of blog aan “de hele wereld” schrijft. Dat maakt het schrijven al snel verkrampt en afstandelijk. 

Stel je voor dat wat je schrijft, bedoeld is voor een goede vriend. Eentje die ook je klant zou kunnen zijn, maar iemand die dichtbij voelt. Iemand die het sowieso al tof vindt wat je doet. Bij wie je je niet hoeft te bewijzen, maar die wel geïnteresseerd is.  

Aan een vriend zou je ook enthousiast kunnen vertellen over je nieuwe plannen voor een cursus. Of hoe leuk het was wat een klant na afloop van een traject tegen je zei. 

Zonder opscheppen, zonder groter of kleiner te doen dan je bent. Gewoon, vanzelfsprekend en dichtbij. 

Tip 2: Wees behulpzaam

Tig jaar geleden moest ik voor het eerst spreken voor een vreemde groep studenten. Ik vond het super eng en kreeg van iemand een tip. Ze zei dat het helpt als je je realiseert dat je publiek er is om iets van je te horen en te leren. Dat jij ze iets gaat geven wat ze nog niet hebben. En dat dat geven leuk is om te doen. 

Dat hielp enorm en in marketing werkt het net zo. 

Of je nou een social mediapost schrijft, een blog of een nieuwsbrief: schrijf vanuit de intentie om iets te geven. Of dat nou een concrete tip is, of laten weten dat je een nieuwe cursus hebt of dat veel klanten blij zijn met jouw product om een specifieke reden. 

Als je schrijft vanuit de intentie van geven, wordt het een stuk makkelijker opschepvrij en krampvrij.  

P.S.

Ik ben benieuwd: zie jij marketing als opscheppen? En hoe ga je daarmee om? 

Schrijf het hieronder als je wilt, ik vind het leuk om te lezen.